Zullen de vragen van De Slimste Mens ooit museale status krijgen?

26-01-2024

De ene krasse knar tegen de andere: "Zo te zien ga je de 80 wel halen, je bent een betrekkelijk levendige bejaarde gebleven." Een zeldzaam compliment voor Philip Freriks (79) uit de mond van Maarten van Rossem, zelf 80 en deze week nog betiteld als 'de pompbediende van de geest'.

Dit gebeurde uiteraard allemaal in De Slimste Mens, waarvan we deze vrijdagavond de finale gaan zien met drie andere schrandere mannen: acteur Joes Brauers, fotograaf Jan Dirk van der Burg en cabaretier Tim Hartog.

Een echte voorkeur heb ik niet meer nu mijn favorieten - de pittige Sheila Sitalsing en de ontwapenende Marco Louwerens - in het zicht van de haven zijn gesneuveld. Maar waarschijnlijk ga ik vooral Joes Brauers aanmoedigen, omdat hij pas 24 is en toch al zo'n enorm brede kennis heeft. En ook genoeg branie om glashard te beweren dat hij liever De Slimste Mens wint dan een Gouden Kalf. Freriks geloofde er niets van.

Maar misschien is wel echt zo. De Slimste Mens heeft een mythische status bereikt, is een allround publiekslieveling geworden met enorme kijkcijfers. Een fijn moment in de avond, waar je graag iedere dag even bij aanschuift. Waar je kan testen of je weet wat je als Nederlander blijkbaar geacht wordt zo'n beetje te weten. Waar je je alertheid kan meten met de helderste koppen van het land.

En ook een programma dat soms doet beseffen dat je ouder wordt. Je kunt mij alles vragen over de popmuziek van de vorige eeuw, ik zing een triljoen hits probleemloos mee. Maar voor het werk van nieuwe helden als Harry Styles en Taylor Swift heb ik de deur dicht gedaan. Zo van: geen interesse meer, de laatjes van de grote muziekkast in mijn hoofd puilen al uit qua mooi spul.

Benieuwd of de kenniscollectie van De Slimste Mens ooit een museale status krijgt: ik lees dat de makers alle vragen - het moeten er tegen de dertigduizend zijn - in een database stoppen. Vragen die vooraf altijd langs een testpanel gaan. Eindredacteur Harm-Jan Kinkhorst vertelde ooit aan Televizier hoe dat werkt: "We nodigen meerdere groepjes van vijf mensen van uiteenlopende leeftijden uit om alle vragen uit alle rondes te testen. Dat is essentieel, want bij associatieve vragen als 'Wat weet je van Parijs?' is het natuurlijk discutabel welke vijf antwoorden er het beste bij passen." Als kijker kom je dan misschien niet op alle gezochte antwoorden, de 'doorsneemensen' in het testpanel noemden ze wel.

Het AD was er een keer bij, toen Kinkhorst een uur lang de onderwerpen afvuurde op testkandidaten, zoals wat weet je van karton, van Maleisië, van kabeljauw? Kinkhorst zei toen: "Ik had zelf levertraan bij kabeljauw, maar dat heeft niemand. Nou, die doen we dan niet. Misschien ook een beetje ouderwets woord hè?''

Deze week nam ik mijn petje af voor Sheila Sitalsing, in welk tempo zij acht mythologische figuren wist te benoemen. En hoe snel Joes Brauers een stel BRICS-landen herkende aan vorm en vlag. Maar de testpanels hebben die vragen dus blijkbaar ook doorstaan.

Zelf knal ik nog altijd de twaalf zonen van Jakob er zo uit, net als de vijftien richters en nog veel meer riedels uit het Oude Testament, dankzij mijn gedegen gereformeerde scholing. Maar ja, of de gemiddelde testpersoon daar nog iets mee kan?

<<<De aarde beeft                                                                                                   Maestro>>>