Wat was Te land, ter zee en in de lucht toch waanzinnig leuk

08-08-2023

Nog één column voor mijn vakantie, en ik heb zin in een luchtige afsluiter. Zoals vroeger op de lagere school, dat we op de laatste dag voor de zomer gingen apenkooien in de gymzaal. Daaraan terugdenken maakt me nog altijd wee, wat een zorgeloze pret. Dank speelse meesters en juffen!

In het actuele televisieaanbod zorgt een programma voor vrijwel hetzelfde effect: Het beste van 50 jaar Te land, ter zee en in de lucht, zaterdags bij AvroTros. Compilaties van honderden fragmenten waarin vrolijke doch nerveuze mensen met zelf geknutselde vehikels van torens springen, over smalle bruggen fietsen en zich van skipistes laten storten. Voor onderdelen met iconische namen als Fiets 'm d'r in, Vlieg er eens uit en Snel naar de Bel.

Manlief en ik hebben de eerste drie afleveringen huilend van het lachen bekeken. Wat was dat toch een krankzinnige show, tot 2011 bij de TROS. Zo onbezonnen vaak, dat je je nu afvraagt: zou het nog kunnen qua risico's, zou een omroep de aansprakelijkheid nog aandurven? En zou de NPO-leiding dit pure amusement weer accepteren, al kun je het ook een inspirerend en verbindend knutselprogramma noemen? Zouden we als maatschappij sommige onderdelen nog pruimen?

Neem de hilarische onderdelen die op racecircuits werden uitgevochten: Caravanrace en Achteruitrijden. Een groot uitlaatgassenfestijn, en ook al dat schroot is niet erg milieubewust nee. Maar zoekend naar een mooi fragment voor een foto bij dit verhaal, zit ik weer te schuddebuiken. Al die opgeleukte autootjes - waaronder veel Dafjes, mijn eerste wagentje - die botsend en buitelend over het circuit scheurden, het publiek vrolijk vlakbij achter een simpel hekje. Niemand die zich ergens zorgen over leek te maken. Of het moest Meneer Vreugdevol zijn, een heerlijk alter ego van André van Duin. "M'n gras, m'n gras!" Het is een stuk leuker dan kijken naar de Formule1, met tachtig rondjes Verstappen op kop. Nooit op z'n kop.

Televisiegrootheid René Stokvis (81), de producent en godfather van het succesvolle concept, vertelt in de serie dat ze natuurlijk hun hart wel eens vasthielden: gingen ze als programmamakers in hun enthousiasme niet te ver? Zo kukelden bij Blij Dat Ik Glij kandidaten ooit erg hard over de rand van de skipiste.In aflevering drie gaf Johan Vlemmix - die honderd (!) keer meedeed en later medewerker werd - zijn gecumuleerde schaderapport door: ribben gekneusd, rib gebroken, alle tenen wel een keer gebroken, een vinger, schouder uit de kom, sleutelbeentje kapot, neus verbrijzeld. En een steekje los ja. Vlemmix zat er niet mee, hij wilde graag beroemd worden zonder echt iets te kunnen. En daarvoor bood Te land, ter zee en in de lucht de perfecte lanceerbasis.

Het schijnt het enige Nederlandse programma te zijn dat het heeft geschopt tot de Iraanse televisie. Misschien dan wel zonder sommige beelden van de duikers, die altijd in het water lagen om onfortuinlijke kandidaten snel op te vissen. Waarbij ze altijd nét iets attenter waren als het om mooie vrouwen ging. "Ze worden uit elkaar gerukt, die meiden!" roept Van Duin ergens als er een paar door wel erg veel behulpzame handen in de reddingsboten worden gehesen.

Ach, zalige zomerpret. Badmeester, ik kom eraan!

<<<Debbie en Paul                                                                                   Zomergasten met Arib>>>