Triest, triester, troost
Wat ik er deze dagen moeilijk bij kan hebben zijn trieste programma's. Hoe goed gemaakt ook, er zit een grens aan de dagelijkse portie ellende via de buis.
Neem maandag de 2Doc 'Verstoten Vaders', over echtscheidingsdrama's waarin moeders hun voormalige partners weg weten te houden bij de gezamenlijke kinderen. Vrouwen die alles uit de kast halen om een normale omgang te blokkeren, tot en met beschuldigingen van seksueel misbruik toe. Bewijs maar eens als liefhebbende vader dat je iets níet hebt gedaan. Een verdrietig document, gemaakt door Elena Lindemans, die eerder al indruk maakte met de film over de zelfmoord van haar moeder ('Moeders springen niet van flats') en het verwarrende portret van Romano van der Dussen ('Ik heb het niet gedaan'), de van verkrachting beschuldigde Nederlander in Spaanse cel.
Wat ook hard binnenkwam was een film over Indonesische orang-oetans, zondag bij de EO. Hemeltergend, zo'n animatie van hoe de helft van de bossen van Borneo is weggekapt in de afgelopen decennia: kunnen we als mensheid dan helemaal niets waardevols in stand houden? Beelden van een kluit aapjes in een kruiwagen waren hartverwarmend, maar de teneur van het verhaal - alles moet wijken voor de mens - was ziekmakend.
Een flinke dosis tegengif voor de lijdende ziel komt deze dagen van Jeroen Krabbé bij AvroTros. Na series over Picasso, Van Gogh en Gauguin legt Krabbé nu het leven bloot van kunstschilder Mark Chagall. En hij is als verteller meer op dreef dan ooit. Meteen bij de start vorige week viel weer op hoe goed Krabbé kan uitleggen dat echt kunstenaarsbloed zich niet laat remmen. Je zag 'm helemaal voor je, de kleine Moshe Sjagal in dat arme Russische gezin, ploeterend op zoek naar zijn bestemming. Een jochie dat niet wist dat er zoiets bestond als 'een kunstenaar' en toch een van de fantasierijkste schilders van de twintigste eeuw werd. En lekker oud trouwens: 97 jaar!
Nu heeft Krabbé het bepaald niet moeilijk met het vinden van mooie details uit Chagalls jonge jaren, want de kunstenaar - geboren in 1887 - schreef in 1922 al de autobiografie 'Mijn leven'. Toch, de intense manier waarop Krabbé en al citerend en reizend Chagall tot leven brengt verdient hulde.
Apart is de extra relevantie die de serie krijgt door het huidig tijdsgewricht. Zo werd de 19-jarige Chagall als papierloze tweederangsburger in de cel gegooid. Vond hij het erg, een paar weken niet naar buiten te kunnen? Nee, hij telde zijn zegeningen. Eindelijk rust! Eindelijk de kans om in vrede te tekenen! Binnen de kaders van een leeg doek heb je de vrijheid om alles te beleven wat je wilt.
Chagall droomde ook veel in de gevangenis. Hij kreeg een indringend visioen van een oogverblindende lichte engel die zijn cel binnen zweefde, en hem inspireerde toch vooral te blijven schilderen.
Tot nu toe heeft mijn gevangenisje me voornamelijk geïnspireerd tot het soppen der plintjes en het klamvochtig afnemen van bovenkanten van kasten. Maar ik stel me graag open voor Het Hogere, en ga gehoor geven aan het slaap-meer-advies van Rob Schouten dinsdag in deze krant.
Wie weet wat voor inspirerends er in mijn dromen verschijnt.
<<<Omroep Max Humor>>>