Telefoon uit de klas? Uit de Tour is ook een gedachte
Prima timing, Bas, je grote teen kneuzen - echt verrassend pijnlijk - terwijl de Tour de France rondwaart: het biedt een extra excuus om ongegeneerd hele middagen op de bank te blijven hangen. Pootje omhoog en maar meeleven met die krankzinnige kerels die het afzien tot kunst hebben verheven. O ja, en schelden op toeschouwers die ook beter thuis op de bank hadden kunnen liggen.
Want wat zou toch de kick zijn van al rennende je blote kont te laten zien aan het peloton? Of de weg versperren met je bierbuik? Plensen water in het gezicht van een renner gooien? Coureurs in gevaar brengen met je telefoongedrag? Waarom zó op je cameraatje zijn gefocust, precies als je de grootste sporthelden van de wereld met eigen ogen kunt zien? Een dramatische vorm van how can I make this about me, als je de veiligheid van het peloton riskeert voor een onnozele selfie met ergens op de achtergrond een gele flard van Vingegaard.
Wel even de hand in eigen boezem, mevrouw: was je zelf niet recentelijk bij een concert van Tom Jones en kon je toen ook het filmen niet laten? Om de thuisblijvers te tonen hoe geweldig het was? En dat jij als mazzelkont daar toch maar mooi bij was?
De telefoon is een verslavend expressiemiddel van jewelste geworden. Ik registreer dus ik ben.
Dat van die blote billen is al iets heel ouds, googel ik. In 1204 zouden de bewoners van Constantinopel hun souvlaki's al hebben getoond aan de binnenvallende christenen. Geeft het woord kruisvaarder weer een extra dimensie. En qua de Tour lees ik dat in 2015 coureur Bárta al eens een bidon smeet naar een blotekonter langs de kant.
Enfin, het mag de algemene pret niet drukken. Deze Tour is toch een ouderwets kijkfestijn. Met die heldere ogen van superknecht Sepp Kuss. De onheilspellende koortslip van Pogacar. De bijna ongeziene winst van Poels. Die waanzinnige tijdrit dinsdag. En ik noem ook het prettig NOS-commentaar van Michael Boogerd, wiens ervaring en deskundigheid nooit leidt tot betweterigheid of grootspraak. Al snap ik dat sommigen verzuchten dat zijn monotone stemgeluid hen slaperig maakt.
Over bij de les blijven gesproken: na een al zo rijkgevulde Tourmiddag neig ik 's avonds rond half 10 vaak naar het praatprogramma met Hélène Hendriks bij SBS6, in plaats van braaf naar Dione de Graaff en haar Avondetappe. Zeker vorige week was De Oranjezomer van Hendriksmet als vaste gast Rutger Castricum vaak oergezellig. Zoals toen oud-schaatser Ben van der Burg vertelde over wat hij en Bart Veldkamp 'de afslachting' noemden: fietsen van Den Haag naar Zuid-Limburg, met maar één bidonnetje en verder niets. Om te winnen. "Honger, dorst, bloedneus, je gaat elkaar haten." Hij had het over tien uur afzien, met als enig doel te slopen en te voelen wat het is om gesloopt te zijn. Om inzicht te krijgen aan wie je echt bent als mens als het echt slecht met je gaat.
"Ik ga heel ver als die ander kapot moet, maar uiteindelijk denk ik toch: dat is zielig", zei Van der Burg, wat volgens hem verklaart waarom Veldkamp wel olympisch kampioen werd en hij niet.
Ik kijk naar m'n sneue teen en mijn kussentje en m'n koppie thee en moet opeens ontzettend lachen als het woord killersmentaliteit voorbijkomt. Voorlopig ben ik alleen heel goed in tobsport.