Nog steeds met trillende lip. Of niet.
Veel ontroerends de afgelopen dagen op het scherm, in intense gesprekken over het aardse bestaan. Over vertrekken naar vreemde landen en thuiskomen uit de oorlog. Ik las gezichten, zag gedachten en voelde herinneringen. En dacht: de mensheid bestaat uit twee types. De een neemt het leven zoals het komt, de ander blijft vechten met het leven zoals het gaat.
Neem de serie 'Vaarwel Nederland', bij Omroep MAX. Hij gaat over Nederlanders die lang, lang geleden verhuisden naar verre oorden waar alles beter zou zijn dan in ons koude, kale kikkerlandje van na de oorlog. Begin jaren '50 werd vertrekken allerwegen gestimuleerd. "Emigratie is voor ons land een noodzakelijkheid", sprak ook koningin Juliana. Er waren immers al meer dan tien miljoen Nederlanders!
Over de rauwe randen van deze emigratiegolf leerde ik via 'Het wrede paradijs', het prachtboek waarvoor Hylke Speerstra overal op de wereld sprak met landverhuizers. Vaak kregen zij het in hun nieuwe land zwaarder dan ze het ooit zouden hebben gehad in Nederland, dat immers al snel welvaart kreeg, en een sociaal vangnet.
Het zijn portretten die je nooit vergeet, en 'Vaarwel Nederland' zit ook vol met dit soort openhartige zeventigers en tachtigers.
Sommigen krijgen nu nog een trillende lip als ze vertellen over het vertrek. Omdat ze zich daarna nooit meer op hun plek hebben gevoeld. Zo hield Annie Du Plessis het dinsdag niet droog toen ze vertelde over de grote tegenzin waarmee haar moeder naar Zuid-Afrika reisde, achter pa aan, met haar elf kinderen. De dominee had ter opbeuring nog gezegd: "De God van Nederland is ook de God van Zuid-Afrika." Maar door de heimwee van haar moeder bleef Annie tussen twee culturen hangen. Met in beide werelden het gevoel: "Je bent niet goed genoeg."
Anderen konden het nieuwe leven gemakkelijker omarmen, hoeveel rampspoed hen soms ook overkwam. Zoals de indrukwekkende Ineke Palthe, die met haar man naar Zuid-Afrika ging en daar twee van haar drie kinderen verloor. Een werd er vermoord tijdens een roofoverval. Haar man kon het verdriet niet aan en stierf niet veel later ook. Toch bleef Ineke monter, en in Zuid-Afrika. "Dit had ons overal kunnen overkomen."
Ook hartverwarmend was Theo Mastenbroek, sinds 68 jaar in Zuid-Afrika en inmiddels de trotse grootvader van 'bruine' kleindochters: zijn zoon trouwde een zwarte vrouw. Theo's oudste broer heeft geen behoefte de meisjes te leren kennen. "Ik denk dat hij in zijn hart nog een racist is", aldus Theo. Maar zelf is hij thuisgekomen: "Het feit dat ik bruine kleinkinderen heb maakt mij deel van Zuid-Afrika. Hey it's my country, forever and ever."
Ook zo'n mooie serie vol menselijk gescharrel is 'Na de bevrijding' uit 2014, die momenteel wordt herhaald door de NTR. Helemaal terecht, alleen al vanwege het relaas over de terugkeer uit de kampen van de Joodse Beppie Bosboom- 19 jaar oud en 32 kilo licht - in het leeggehaalde Amsterdam. "Waar moest je thuiskomen? Je had niemand meer." Maar ze vond haar zus terug en krabbelde op.
Nooit heeft ze overwogen het getatoeëerde kampnummer op haar arm weg te halen. "Nee, nooit. Het is de begraafplaats van mijn familie", zegt ze terwijl ze er bijna liefkozend een paar klapjes op geeft.