"Noemen ze dit ook al sport?"
'In de aanloop van de Olympische Spelen zitten'. Voor sporters betekent dit trainen en zweten en zenuwen. Voor tv-kijkers simpelweg op de luie bips wachten totdat het grote genieten weer begint? Neen, ook voor u is er huiswerk! Slinger uw toestel aan, opdat u straks niet dat ene kleinzielige zinnetje zult uitspreken. Namelijk: "Noemen ze dit tegenwoordig ook al sport?"
Ik doel op de nieuwe Olympische discipline breakdancen, officieel breaking geheten. Twee mannen of vrouwen nemen het tegen elkaar op in een dansbattle, op muziek die een DJ pas op dat moment kiest: de B-girls en B-boys moeten ter plekke hun moves voor het vraag-en-antwoordspel bedenken. Nederland levert maar liefst drie van de tweeëndertig deelnemers en je leert deze nieuwe helden kennen in De Battle naar Parijs, een serie bij Omroep Zwart.
Hij laat zien hoe het breakdancen vanaf de jaren tachtig voet aan de grond kreeg in ons land, vooral in Rotterdam. En hoe de urban dance van de straat terecht kon komen op het Olympische strijdtoneel. "Het is gewoon verbazingwekkend wat het menselijke lichaam allemaal vermag", zegt een vrouw in de serie, kijkend naar het super fysieke breakdancen. Zo is het.
En het oogt stukken eleganter dan bijvoorbeeld twee boksers die proberen elkaar knockout te slaan. Zou die sport nu nog door de ballotage komen?
De definitie van topsport hoort nooit vast te staan, je moet er altijd open over kunnen discussiëren. En dat is zeker een waarheid voor het zwakke geslacht, zo leert de geschiedenis van de vrouw op de Olympische Spelen. Ik keek met open mond naar een documentaire over de Spelen in Parijs van 1924, en over wat er toen allemaal speelde aan behoudzucht en mannelijke superioriteitsdenken. Het was op de Franse zender LCP, maar je kan 1924, le Paris des Jeux olympiquesterugzien op YouTube, en daar Nederlands laten ondertitelen.
Die vertaling is niet perfect, maar duidelijk wordt dat een eeuw geleden maar weinig sporten geschikt werden geacht voor het vrouwenlichaam: tennis, zwemmen, schermen en zeilen. Maar atletiek? Slecht voor de vruchtbaarheid! En de vrouwelijkheid! De Franse krant Le Figaro noemde een hardloopwedstrijd voor vrouwen 'een verschrikkelijke beproeving voor het vrouwelijk lichaam'. "Zie de woeste blik in hun ogen en hun strakke monden, om nog maar te zwijgen over wat er met hun borstpartij gebeurt."
De grote IOC-oprichter Pierre De Coubertin zag de rol van vrouwen in de sport vooral als uitreiker van prijzen, aan mannelijke winnaars.
De docu laat maar weer eens zien dat de wereld niet zonder feministen kan, zoals Alicia Miliat die toen in Frankrijk met succes lobbyde voor steeds meer vrouwen in de sport. En trouwens ook voor het algemeen vrouwenkiesrecht, dat in haar land pas in 1944 kwam.
En dat je je altijd moet afvragen: waarom zou ik eigenlijk bekrompen zijn, wie of wat is daarmee gebaat?
De film is ook heel erg genieten van zwart-witbeelden van een eeuw geleden. Van mannen die volleyballen in pak met stropdas. Van vrouwen die tennissen in jurken tot over de knie. Van een fietswedstrijd tussen krantenbezorgers. Van slechte gebitten. Van zwembroeken die niet op hun plek bleven zitten. Van hoe Gertrude Ederle in 1925 het Kanaal overzwom, ingevet met olijfolie en reuzel.
Kortom, leve het lijf, leve de wilskracht.