Merci, kleine Armeense Fransman, voor de grote mentale opkikker
Dat je na afloop een van de vredigste nachten sinds tijden beleeft, woelloos stabiel in het kalme donker. Het moet de poëtische sfeer zijn geweest, de milde kijk op de scharrelende medemens, de blik naar buiten, de wereldreis zonder ontevredenheid of oordeel: de film Aznavour. Le regard de Charles is balsem voor het piekerende mensenhart.
Alsof je tot je verrassing blijkt opgenomen in een gul testament, zo voelde het woensdag laat in het Uur van de Wolf (NTR). Wie wat waar hoe? In 1948 kreeg de 24-jarige Aznavour een filmcamera cadeau van Edith Piaf, die toen al in de smiezen had dat er een wonderschone zanger school in het schriele ventje. Meer dan dertig jaar lang filmde Aznavour vervolgens het leven om hem heen, als een clemente aanschouwer van het menselijk gedoe.
Er kwamen beroemdheden voorbij zoals de buitenaards mooie actrice Anouk Aimée. Maar zo te zien ging Aznavour het liefst de straat op, in de vele verre landen waar zijn optredens hem brachten. Hij zag ploeterende parlevinkers in het verre Oosten, badderende Afrikanen aan zee, filmde ergens een man met een tulband die zijn jas uitklopt, een jong lachend stel met haast.
In alle landen vroeg Aznavour zich af hoe zijn leven was geworden als hij daar had geleefd. Staarde naar een dikke man met een donutskraam. Naar de hijgende rug van de man die zijn riksja voortrekt. Volgt het spoor van auto's in de sneeuw. Ons aller leven zit vol met medemensen. Aznavours blik stroomt over van mededogen.
Intens is ook hoe hij met zijn camera de ziel probeerde te vangen van zijn geliefden. Vooral die van Ulla Thorsell met wie hij vanaf 1967 tot aan zijn dood in 2018 getrouwd bleef. Van zo dichtbij naar het blonde, ongekunstelde gezicht van zijn Zweedse muze mogen kijken: Aznavour hoeft verder niets uit te leggen. "Soms striemt het heden je in het gezicht. Is er geen tijd om het te vatten in woorden of muziek, de camera is dan beter."
Pas in 2017 vertelde hij een bevriende regisseur over zijn films. Of die er misschien iets mee kon. Jemig. Aznavour had zijn heilige graal waarschijnlijk aan geen geschiktere regisseur kunnen overdragen dan deze Marc di Domenico. Hij vlocht Aznavours filmfragmenten - samen met beelden waarop de zanger zelf is te zien - tot een hecht levensalbum, omlijst met muziek en wijze woorden. Citaten uit interviews en gesprekken, ingesproken door een acteur.
"We zijn allemaal anders, dus identiek, gelijk in het verschillend zijn", zei hij. Zo keek hij ook naar de beroemden der aarde. "Voor sommigen is het onvoorstelbaar dat ik, kleine Armeense Fransman vrienden werd met reuzen als Frank Sinatra, Nina Simone, Barbra Streisand. Natuurlijk is het uitzonderlijk, maar wie zijn zij? Een Italiaans Amerikaantje, een Afro-Amerikaanse meisje, een New-Yorks Jodinnetje. We zijn allemaal klein, hebben gevochten tegen vooroordelen en hebben het gemaakt."
Ergens is het jammer dat je bij het denken aan Charles Aznavour tegenwoordig automatisch pavlovt naar Mattijs van Nieuwkerk, die zich zo nadrukkelijk als Neerlands grootste fan heeft geafficheerd. Het voelt bijna als culturele toeëigening.
Maar na het zien van deze film ben ik qua dwepen ook flink op dreef. Een postuum zuchtmeisje, zo u wilt. Dat moet dan maar.
<<<100 dagen in je hoofd BuZa>>>