Journalistieke noodzaak
"Ach hou nou toch op, dit is echt bullshit." Na dertien minuten hield Peter R. de Vries het niet meer binnen. Al bijna een kwartier had hij met ingehouden ergernis geluisterd naar Sonja Barend, die na 34 jaar nog steeds vindt dat ze een goede reden had om de voortvluchtige crimineel Stanley H. een interview te gunnen. Een beroemd en berucht tv-moment uit 1985, waarvoor De Vries nog altijd 'de journalistieke noodzaak' niet ziet. Hetzelfde kon je je afvragen van het gesprek over deze kwestie maandag aan tafel bij DWDD.
Directe aanleiding was de serie die binnenkort start bij KRO-NCRV over het leven van Stanley Hillis, een kopstuk uit de Amsterdamse onderwereld die in 2011 op straat werd doodgeschoten. Nu onze grote steden geteisterd worden door schietpartijen, had ik me een invalshoek kunnen voorstellen als: hoe zorg je ervoor dat in dit soort series de criminelen geen helden worden? Hoe reageren slachtoffers van zo'n Stanley H. op de hernieuwde aandacht?
Maar de DWDD-redactie en Matthijs van Nieuwkerk vonden het spannender om het aan tafel juist ook te laten knallen. Barend en De Vries haalden samen een oude koe uit de sloot, waarbij ze ieder een andere kant op trokken. De Vries heel rechtlijnig: zo'n gevaarlijke crimineel had je nóóit een podium mogen geven. Barend heel dubbel: ja, nee, inderdaad wilden we vooral sensationele tv maken, maar de ontsnapte crimineel had ook wel een punt dat hij zijn imago wilde oppoetsen. Kern van de zaak: Stanley H. werd toentertijd in onder meer De Telegraaf - waar De Vries verslaggever was - omschreven als vuurwapengevaarlijk, terwijl Barend benadrukte dat hij tijdens de vele gewelddadige overvallen zélf nooit had geschoten, in tegenstelling tot zijn Joegoslavische 'collega's'.
Een slap argument, maar Barend wil er nog steeds geen afstand van nemen. Toen ze vertelde hoe Stanley H. uiteindelijk door 'een andere boef is dood geknald' merkte De Vries cynisch op: "Ook omdat hij nooit iets gedaan had zeker?" Barend snapte de ironie niet, en De Vries leek in dubio of hij het beschaafd zou houden of er vol in zou gaan. Barend keek vragend naar Van Nieuwkerk, van 'zeg jij er nu eens iets van' maar de gespreksleider liet de twee lekker rollebollen.
Alleen tafelheer Arjen Lubach poogde het gesprek nog enige relevantie te geven. Hij stelde vragen als: wat zei politiewoordvoerder Klaas Wilting eigenlijk na afloop van die uitzending toen, waarin hij onaangenaam werd verrast door de beelden van Stanley H.? Barend vertelde vrij lacherig dat ze hem thuis nog steeds citeert als er iets ergs aan de hand is: "Het is in- en intriest". Het klonk niet erg sympathiek. Aan Van Nieuwkerk vroeg Lubach: "Zou jij nu ingaan op een aanbod om de voortvluchtige Ridouan T. te interviewen?". Van Nieuwkerk klonk niet erg resoluut: "Ik neig naar nee." Nou nou.
Van Nieuwkerk voelde ook de neiging Barends reputatie te verdedigen. Out of the blue riep hij ergens: 'Ze kan wel een goed interview maken.' Misschien vreesde hij het commentaar van zijn collega's bij de Varagids, die precies deze week bezig zijn met de jurering voor de Sonja Barend Award, voor het beste tv-interview van het afgelopen jaar. Een prijs die natuurlijk wel moet blijven glanzen.
<<<Eenzaamheid Jinek: ik vertrek>>>