Hunkeren naar koetjes, kalfjes en komkommers
Gelukkig is de mens die deze dagen voldoende afleiding heeft om niet steeds te hoeven afdwalen naar de nieuwsstroom. De oeverloze, walmende nieuwsstroom. Zelf was ik deze week weg van de wereld in een zonnig tuinhuisje, waar Vincent Bijlo en ik als juryvoorzitters door archiefdozen ploegden die de geschiedenis bevatten van de Zilveren Nipkowschijf en de Zilveren Reissmicrofoon. Deze prijzen worden al sinds 1961 door mediacritici uitgereikt aan het beste wat op radio en tv is te zien, maar het zestigjarig jubileum groots vieren was vorig jaar onmogelijk door corona. Gaat dit jaar Poetin de agenda bepalen? Niet aan denken, aanstaande juni staat een feestelijke dag genoteerd.
Achter de schermen van een instituut als het Songfestival zal het trouwens ook onrustig gonzen. Al op 25 februari - een dag na de invasie - werd besloten dat Rusland niet mag deelnemen aan het liedjesfestijn, de tweede week van mei in Turijn. Me dunkt dat als het evenement verder gewoon doorgaat je er donder op kunt zeggen dat Oekraïne gaat winnen. Of het land moet dan echt van eigenaar zijn veranderd.
Zo dwalen bijna alle gedachten toch af naar de oorlog. Ook toen in het tuinhuisje een speech boven water kwam, geschreven door Wim Kayzer. Of misschien vóór Kayzer: het archief van onze vrijwilligersorganisatie laat hier en daar ruimte voor vrije interpretatie. Het ging om een tekst uit 1979 toen Kayzers radioprogramma Z.I. ( VARA) de Zilveren Reissmicrofoon won. "Een prijs. Eerbetoon. Omdat het programma goed zou zijn. Zuiver van toon en intentie. Godallemachtig. Wat hebben we uitgezonden. De ellende van de bajes, verminkte families in verre landen, stakersellende, de wankelmoedige situatie in de Nederlandse horeca, KZ-syndromen. Een grote beerput smeten we de zender op. De huichelachtigheid van een balkend Binnenhof. De nachtmerries rond een komende oorlog. En wat krijgen we ervoor: een prijs!".
Veel journalisten zullen momenteel eenzelfde cynisme voelen: hoe ellendiger en groter het wereldleed, hoe indringender het werk dat je kunt leveren. Terwijl de aardkloot toch echt meer gebaat is bij koetjes, kalfjes en komkommers.
Een luchtiger sfeer troffen we in 1974 toen Kees van Kooten en Wim de Bie hun eerste van uiteindelijk drie Nipkowschijven wonnen. Bij de uitreiking hieven ze een auto-lofdicht aan die meer dan tien minuten duurde en frasen bevatte als: "Zelden werd de Nipkowschijf terechter toebedeeld/nooit was de mening daaromtrent zo hecht en onverdeeld/als twee de plak verdienen, ja dan zijn wij het wel/wij rijzen kop en schouder boven de moerasdel/tatatatatata./Er is gewoon geen tweede Wim, er zijn geen and're Kezen!".
Heerlijke mannen. En er was meer warm weerzien in de oude dozen. En trouwens ook nieuwe ontdekkingen: in de jaren zestig werden de prijzen overhandigd door schrijfster Phé Wijnbeek, een kordate vrouw die klonk als Juliana en die blijkbaar ook critica was voor Trouw.
Zij leeft niet meer, maar flink wat oud-winnaars wel. Zelfs uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw: de pioniers in de jonge televisiewereld toen waren zelf ook vaak broekies. Het gaat hopelijk lukken zoveel mogelijk van die krasse knarren op 16 juni in Instituut Beeld en Geluid in Hilversum te verzamelen. Mét afgestofte trofeeën. De zoektocht is begonnen.