Herdenken als multimediaal weefwerk
Het is de week van 4 en 5 mei en je kunt op vele momenten stil en verbijsterd naar het televisiescherm staren. Een oude en een nieuw oorlog draaien wisseldienst. Hoe kom je tot een essentie? Wat moeten we herdenken, als de mens niets leert van de geschiedenis? Of is dat te somber gedacht? Leren de meesten van ons wél iets van de ervaringen van anderen?
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar de herdenkingsweek valt me steeds zwaarder. Alsof je met de jaren helaas beter wordt in het hebben van gevoelens. Inclusief die van schaamte over onze onmacht. En onwil. De aard van ons beestje is zonneklaar: eigen hachje eerst.
En terecht natuurlijk: je inlevingsvermogen kan niet zonder grenzen. Anders word je gek, of ga je er zelf aan.
Allerlei flarden over onze medemenselijkheid omringen ons deze dagen. Herdenken als multimediaal weefwerk. Coen Verbraak zaterdag op de radio, met leraren die vertellen dat veel scholieren het niet meer geloven, dat van die zes miljoen. 'Ja, klets maar raak, meneer. Allemaal Joodse propaganda.' Hoe zoiets aan te pakken?
Zondag werd A bridge too far weer uitgezonden, een van de eerste films die ik in de bioscoop zag. Ik denk in de herfstvakantie van 1977, toen ook Soldaat van Oranje net draaide. Wat een militair spektakel vol sterren. En toch flets, omdat het de mannen niet lukt hun doel te bereiken. Een fragment vol verbale bravoure - wanneer de Duitsers een overgave voorstellen - doet nu meteen denken aan dat handjevol Oekraïners op Slangeneiland, die het Russische oorlogsschip vertelden op te rotten.
Tijdens lange autoritten vorige week - ik was even de hort op - vaak geluisterd naar de podcast van Jelle Brandt Corstius, Voordat de bom valt. Een speurtocht naar welke kant het opgaat met de oorlog. Wat zeggen burgers op social media, prikken de Russen door de leugens heen, hoe werkt de propagandamachine? Veel details groeien in mijn hoofd uit tot grote beelden. Een Oekraïense in een schuilkelder, die wordt geïnterviewd wanneer ze een pannetje water probeert te verwarmen om daarin haar sokken te wassen. Voor het eerst sinds februari.
Ook bij Omroep Gelderland een klein verhaal dat zich vastzet. Tachtiger Jits van Straten heeft twee weken op een klapstoeltje zitten kijken hoe studenten bij Epe de schop in de grond zetten om het ondergrondse hol terug te vinden waar hij als kleuter zat ondergedoken met zijn vader, rond 1943. Ze vonden de plek. De afdruk van een kacheltje was nog te zien, een restant van een boek nog leesbaar. Jits weet niet veel meer van zijn bestaan als holbewoner. Wel dat zijn vader een keer een adder doodde met een schep.
Als een dier in de grond moeten kruipen om je te verstoppen voor je medemens. Het deed me denken aan Fugitive Pieces van Anne Michaels, dat begint met hoe de kleine Jakob Beer zich verstopt voor de nazi's, moederziel alleen onder de Poolse bosgrond. Terugdenken aan dat boek, het gaat niet zonder kippenvel.
Nu is het 2022. Ik kom in de lift een buurvrouw tegen. Ze sjouwt met boodschappen, morgen komt haar kind vertelt ze. De toelichting is kort. Het is de PTSS-zoon, ex-Balkanoorlog. Het ging zo goed. Maar nu steeds dat nieuws over Oekraïne. Hij heeft een enkele reis naar zijn moeder geboekt.
Sterkte deze week, onder welke omstandigheden dan ook.
<<<verkrachtingen Antoine Bodar>>>