Geef die professor geologie een vast commentaarplek, binnen of buiten de Tour
Ondanks de hitte is het voor uw tv-recensenten ijsschotsspringen, om tussen alle zomerse herhalingen toch verse krenten in de tv-pap te vinden. Leve de vele sportuitzendingen die ons nieuwe prikkels brengen. Vooral wanneer ze extra verdieping bieden zoals zaterdag De Avondetappe, waarin geoloog Douwe van Hinsbergen vertelde dat we misschien wel veel naar de Tour kijken, maar toch weinig zien.
Pardon? Wel, in de schitterende beelden van het Franse landschap worden de ogen van een normaal mens vooral naar de vaak sensationele landhuizen, hoeves en ruïnes gezogen. Zo niet die van Van Hinsbergen. Hij ziet niet het kasteel, maar de rots waarop het is gebouwd. De bochtentechniek van een renner wint hem minder op dan de glooiingen in het landschap. Hij ziet een ronde plas, en weet: "Dat meer heet een maar".
De professor is een man met een missie. Hij ziet de drie weken van de Tour de France als een kans om mensen warm te maken voor zijn vakgebied en maakt daarom met collega's een dagelijkse blog (geotdf.org) over de landschappen waardoor de Tour davert. Bij De Avondetappe mocht hij een minicollege geven. En hoe. Als Indiana Jones met leren hoed en blote gespierde armen stapte hij door het vulkanische landschap van de puys in het Centraal Massief. En leerde ons bijvoorbeeld dat zo'n vreemde kegel in het landschap - vaak met een Maria-beeld er bovenop zoals in Le-Puy-en-Velay - een vulkanische nek heet.
En ook dat die kegels op twee manieren ontstaan. Sommige explosief, wanneer het magma dat van diep opkomt onderweg contact maakt met grondwater en explodeert. "A la een Pogačar." Andere uitstulpingen ontwikkelen zich heel rustig. "Maar als je ze lang genoeg de tijd geeft komen ze vanzelf hoog, zeg maar de Vingegaard-achtige vulkanen." Leuk gevonden.
De professor sprak zijn liefde uit voor het bouwen met lokale materialen en zijn afschuw over het
feit dat we 'het graniet van de halve Himalaya over de hele wereld sjouwen'. En over de gekte dat de kasseien rond de Arc de Triomph uit Saoudi-Arabië komen, 'terwijl half Frankrijk bestaat uit graniet'.
Met zijn enthousiasme hoopt Van Hinsbergen vast veel jonge mensen interesseren voor een studie geologie maar hij had ook een groter verhaal. Om de grote, zorgelijke thema's van dit moment goed te begrijpen, zoals de klimaatverandering, stikstof, energietransitie en de aardbevingen in Groningen, zouden we veel meer feitelijke kennis moeten hebben over onze natuurlijke leefomgeving, zo stelde hij. Hoe kun je anders een mening hebben over het beleid, of weten op wie je moet stemmen?
Hij lijkt me een uitstekende man voor een vaste commentaarpositie, ook los van de Tour.
En zijn manier van kijken sloot precies aan op het boek dat ik aan het herlezen ben, de 'De ontdekking van Frankrijk'. Schrijver Graham Robb fietste 22.000 kilometer door Frankrijk en diepte al rondkijkend de geschiedenis op van hoe het land - letterlijk - in kaart is gebracht en hoe het wegennet is ontstaan. Het barst van de anekdotes, zoals dat legeraanvoerders soms van toeten noch blazen wisten qua natuurlijk omstandigheden en stelden dat stijgingspercentages van 33 procent geen probleem moesten zijn voor een voertuig met wielen.
Laat het de huidige wielrenners niet horen.