En de week begon nog wel zo vrolijk
En deze Bevrijdingsweek begon zondagochtend nog wel zo vrolijk met een meer dan toepasselijke aflevering van De Regels van Floor, de langlopende VPRO-jeugdserie die nooit gaat vervelen. Hoe oud je ook bent: kijk één keer naar Bobbie Mulder - het meisje dat Floor speelt en het meest expressieve koppie van het westelijke halfrond heeft - en je bent verkocht.
Iedere aflevering draait om een levensles en zondag was Regel 59 aan de beurt: 'Doe nooit mee aan een dichtwedstrijd'. Een verveelde Floor zat te bokken bij een les over de hongerwinter. "Ik heb zelf ook honger." De les duurde voor haar gevoel langer dan die hele oorlog zelf. Maar wanneer de juffrouw een gedichtenwedstrijd uitschrijft en Floor beseft dat ze met een mooie tekst de held van de Dodenherdenking kan worden, komt ze tot leven.
Helaas blijft de inspiratie uit.
"Oorlog is vet triest, vooral als je verliest", suggereert haar broer Kees vanachter zijn computer waarop hij een knetterende oorlogsgame aan het spelen is. Dat helpt natuurlijk niet, maar toch komt Floor uiteindelijk met het winnende gedicht op de proppen. Hoe? Kijk! Het duurt maar tien minuten en u moet gegarandeerd een paar keer hartelijk lachen.
Bevrijdend lachen wellicht. Want man man man, wat is deze week van de vrede weer een strijdtoneel van de rekkelijken en de preciezen. Mag je op 4 en 5 mei andere zaken aan de orde stellen dan puur en alleen de Tweede Wereldoorlog? Je kunt zeggen: er is zendtijd zat, kom maar door met die andere invulling. Zo kon ik maandag in Op1 goed luisteren naar de gevoelens die het woord vrijheid oproept bij tv-makers Joris Linssen en Edson da Graça. Linssen hoopte dat jonge mensen zich vrij voelen gewoon hun sukkelige zelf te zijn, in deze Instagram-tijd waarin alles lijkt te draaien om perfectie en succes. Da Graça roemde de hulpverleners die hem hielpen zich van zijn schulden te bevrijden. Zodat hij zich eindelijk kon gaan ontplooien.
Mooie verhalen. Maar zag je de donkere documentaire 'Allen tegen allen' (zondag bij de EO) over de ontstaansgeschiedenis van het Nederlandse fascisme vanaf 1920, dan zeg je: hou toch maar vooral de Tweede Wereldoorlog in het vizier.
Het smalende taalgebruik, het dedain waarmee over de maatschappij werd gesproken, het gemak waarmee werd gezegd dat alles op de schop moest: de geluiden van een eeuw geleden in 'Allen tegen allen' klonken ellendig actueel. En maken de woede dat Thierry Baudet c.s. nu proberen Bevrijdingsdag te kapen om het huidige, ploeterende Nederland zwart te maken, helemaal terecht.
'Wanneer herdenken we de beschaving?' hoorde ik iemand zeggen. Je zou er een aparte dag voor moeten instellen ja.
Enfin: als u dit leest heeft hopelijk de alom geliefde André van Duin via zijn 4 mei-toespraak weer vele rimpels glad gestreken. En ons allen het gevoel gegeven dat we nog steeds in een ná-oorlogse periode leven. Waarin we met z'n allen gewoon de goede kant opgaan.
Waarin kinderen als Floor in de praktijk ontdekken dat ze werken, die simpele mechanismes als eerlijkheid duurt het langst. En wat gij niet wilt dat u geschiedt doet dat ook een ander niet. En dat je pas beseft wat je hebt als je het verliest.
Of nee, laat deze laatste maar vooral theorie blijven.
<<<André van Duin Randland>>>