Een vechtmachine die liever de liefde had laten winnen
Heeft u ooit letterlijk ergens voor gevochten? De vuisten in stelling gebracht? Recentelijk een tik uitgedeeld, of ontvangen? We leren dat het een van onze oerdriften is: vechten voor je hachje indien nodig. Maar in onze beschaafde praatmaatschappij is het echte vechten er bij de meesten van ons wel uitgeramd.
En dat kan een hoop pijn en verdriet schelen, leerde maandag de 2Doc Het beest van Amsterdam, een wonderschoon eerbetoon aan Jon Bluming (1933-2018), een der roemruchtste Nederlandse krijgers. Als jonge jongen maakte Bluming de razzia's en de hongerwinter in Amsterdam mee. Werd omringd door de dood. Zag Joodse vriendjes weggevoerd worden, om nooit meer terug te keren. Besloot dat je niemand kunt vertrouwen, dat geweld telt. Werd een straatvechter. Dacht: dood, ik ben wel klaar met je. En ging als 17-jarige vechten in Korea, tegen de communisten. Tussen de kapotgeschoten kameraden werd hij fanatiek. Doden mag, doden is goed.
"Wat bezielde me?", vroeg hij zich later af. "We waren allemaal gek, anders waren we niet in Korea."
Een leven vol nachtmerries, over rijstvelden met priemende ogen en dito bajonetten was zijn lot.
Ondertussen werd Bluming een levende legende. Bekwaamde zich in oosterse vechtsporten, werd een wereldberoemde karateka en de vormgever van IBK allround, een mix van judo, karate, thai boksen en worstelen. Figureerde in films. Over het sporten zei hij: "Het kon me niet hard genoeg zijn. Beuken, gooien, smijten: ik vond het geweldig." Na een zware training sliep hij als een roos. Leerlingen als meervoudig wereldkampioen Sem Schilt ervoeren een wedstrijd met Bluming meer als een gevecht dan als sport.
Bluming had een kort lontje - was soms bang voor zijn eigen razernij - en werd wel in verband gebracht met criminele activiteiten. Maar altijd volgde vrijspraak. Zijn vrouw Albertine vertelt hoe Bluming het niet verenigbaar vond dat hij in de Koreaanse oorlog mocht doden, maar in ons land iemand die hem in het gezicht spoog geen draai om de oren mocht geven.
Het beest van Amsterdam van Vuk Janic (bij KRO-NCRV) vertelt dit allemaal veel mystieker dan ik hier kan. Hij toont Bluming in zijn nadagen, een stille reus scharrelend door zijn oosterse tuin, in een mist van dementie en Parkinson. Met sportvrienden die hem blijven eren als groot man. Acteur Matteo van der Grijn spreekt op perfecte wijze, met vet Amsterdams accent, gedachten uit van Bluming, gebaseerd op diens autobiografie Van straatschoffie tot 10e dan.
'De donkerste plek op aarde is tussen onze oren.' 'Ik werd die angst in de ogen van anderen.'
Maar vooral de vraag 'Waarom is liefde alleen niet voldoende?' is essentieel. Bluming knakte uiteindelijk toen hij zijn oude strijdmakker Hans hielp om te sterven. En moest de gang naar de psychiater maken, werd zelf ook zo'n 'zeiker' zoals hij mensen met emotionele problemen altijd smalend had genoemd. "Ik kon niet meer ontsnappen aan mezelf."
'Waarom is liefde alleen niet voldoende?' Het doet mij dromen dat Poetin deze film ziet en de volgende ochtend wakker wordt met de gedachte: weet je, ik maak van Rusland gewoon een leuk, vrij land vol mooie muziek, bietensoep, baboesjka's en ballet. Al dat geknok, het is zo'n rare omweg naar vrede en rust.