De sterkste Nederlandse coalitie? Vast het AVG'tje
Rutte op ramkoers. Haalt het kabinet de zomer? Het zijn hectische tijden voor Den Haag-watchers. Ik zap donderdag langs de journaals en actualiteitenrubrieken en zie overal drukke duiders ijsberen rond vergaderkamers. En speculeren over de mogelijke uitkomsten van de asieldiscussie. Maar ik merk dat de opwinding niet overslaat op de huiskamer. Vreemd eigenlijk. Als een coalitie uiteen dreigt te vallen, als de hoeders van ons land het niet meer eens kunnen worden, moet dat dan niet net zo'n pijnlijk gevoel veroorzaken als wanneer je ouders uit elkaar dreigen te gaan?
Nee, zoveel betrokkenheid voel ik niet bij dit politieke huwelijk. En ik besluit niet meer van minuut tot minuut te blijven volgen of de relatiebreuk zich gaat voltrekken. Er liggen nog een paar afleveringen van De Streken van Van Boven op me te wachten, die heerlijke serie van Yvette van Boven over het Nederlandse eetlandschap. De uitzending over de bruine boterham met kaas was bijvoorbeeld een schot in de roos. Hoe terecht, om eens een eerbetoon te brengen aan die bescheiden rots in de branding die het bammetje kaas is. Een perfecte Nederlandse klassieker die altijd smaakt. En ook zo makkelijk meegaat, zelfs in de damestas.
Nog terugkijken wil ik de uitzending over het AVG'tje. Een afkorting die ik niet kende, maar die mijn graag kokende buurman nu dankzij Van Boven te pas en te onpas gebruikt. 'Ik moet naar huis, mijn AVG'tje smeekt om aandacht.' Het gaat om de maaltijd met aardappelen, vlees en groente. Een van de succesvolste Nederlandse coalities: bij de meeste Nederlanders komt deze combinatie nog altijd vier keer per week op tafel, zo hoor ik.
De vraag is er nog een toekomst voor het AVG'tje? lijkt me dus niet zo urgent, maar er is veel in de aflevering wat tot nadenken stemt. Zo gaat Yvette van Boven een lekkere stamppot maken met Nelly in Den Haag, die het koken leerde op de huishoudschool aan het eind van de jaren vijftig.
"Een noodlottige combinatie van domheid, zuinigheid en amateurisme", zo omschrijft Van Boven de reputatie die de huishoudschool al dan niet terecht kreeg als hoofdverantwoordelijke voor de karige Nederlandse keuken.
Want waarvoor staat 'huishoudkwaliteit' bij ons? Voor net voldoende, maar nooit echt goed. "We leerden zuiniger koken dan we hoefden", werd gesteld.
Nooit nagedacht over het begrip huishoudkwaliteit. Maar wat voel ik me opeens echt Nederlands. Zuinig en afgepast consumeren, dat was inderdaad een van de deugden uit mijn jeugd. De aardappels waren geteld, de pannen gingen altijd precies leeg.
Maar Nelly en Van Boven zijn mild en breken vooral een lans voor het aanleren van praktische vaardigheden. Moet de huishoudschool niet terugkomen als een jaar praktijkschool voor iedere jongvolwassene? Waar je leert efficiënt en gezond te koken, en hoe je met je geld rondkomt. Hoe je een stekker vervangt, en het leertje van een kraan. Hoe je kapotte kleding herstelt. Hoe je hygiënisch schoonmaakt.
Goed idee, en dan liefst ook gecombineerd met stages in de zorg, maatschappelijke instellingen en de politiek. Zodat je tijdens je opleiding niet alleen bezig bent met je eigen toekomst, maar ook met die van het land, met de gezamenlijkheid. Lijkt me een gezond recept.