De onmachtige hand op de schouder
Wat is Afrika opgeschoten met zeventig jaar ontwikkelingssamenwerking? En willen 'ze' onze hulp nog wel? Het zijn niet de geringste vragen waarmee Patrick Lodiers zichzelf heeft opgezadeld in zijn reisserie 'Dominee of koopman' (BNNVARA). Na twee afleveringen is er van een eerste zwart-witte conclusie dan ook nog geen sprake. Maar de gevarieerde ontmoetingen met Afrikanen uit alle lagen van de bevolking maken meereizen met Lodiers de moeite waard.
Zo brengt hij je bij cacaoboeren in Ghana, een pater en een prostituee in Oeganda, sperziebonenkwekers en mislukte emigranten in Senegal, succesvolle politici en ondernemers in Rwanda. Ze spreken allemaal over de toekomst, waarom de een liever vandaag dan morgen in Europa zit en waarom de ander graag bedankt voor de hulp van 'het westen'. En alles er tussenin.
Het voelt als een schoolrapport krijgen, om te horen van Afrikanen hoe 'we' het doen in hun ogen. Lodiers staat daarbij vooraan in de klas en heeft vaak geen antwoord op de kritiek.
Zo krijgt hij van een leider van de Senegalese vissers een spiegeltje. De man legt uit hoe complex hun wereld is, waarin de rijke landen eerst de Afrikaanse kustwateren leegvissen met hun grote boten en vervolgens met een hulpplan komen voor de kleine visserman. Want o wat sneu, die armoe. En ook: oeps, straks vlucht iedereen naar Europa. "Maar", zegt de vakbondsman, "het volk heeft er niets aan als hun leiders de financiële hulp ontvangen. Top down werkt niet".
"Ik snap het", zegt Lodiers en legt als teken van goede wil zijn hand op de schouder van de grote man. Deze maakt het gebaar niet terug, maar vraagt cynisch. "O jij snapt het? Maar we moeten een goede diagnose stellen. En aangezien jij - kijkt naar de zorgeloze Europeaan die Lodiers is - het echte probleem bent, stel jij de juiste diagnose niet. Dat is de realiteit." Met gekromde rug draait Lodiers zich weg uit het gesprek.
Vaak lijkt het alsof Lodiers' nogal eendimensionaal klinkende Engels en Frans hem parten speelt bij dit soort ontmoetingen. De antwoorden van zijn gesprekspartners gaan vaak veel dieper dan zijn eigen teksten. Ook gaat het niet altijd goed wanneer Lodiers een wat meer spirituele kant op wil. Zo vraagt hij een boerin licht poëtisch wat er zo mooi is aan het werken met cacao. "Nou, dat je er geld mee kan verdienen", is haar no-nonsense reactie.
Wat helpt bij het kijken is te weten dat Lodiers al jarenlang oprecht verslingerd is aan Afrika, waarover hij in de serie gek genoeg maar weinig vertelt. Uit een interview op de site van Vice Versa - een journalistiek platform over mondiale samenwerking - blijkt wel hoe hij in zijn jeugd al gefascineerd was door de missie in Burkina Faso, hoe hij in zijn studententijd per auto naar Dakar reed en dat hij sinds die tijd vaak naar Afrika is teruggekeerd. Een van zijn zoons doopte hij Toots Thaddeus Afrika. Voor deze serie bereidde hij zich terdege voor, nam les bij een hoogleraar ontwikkelingssamenwerking, sprak allerlei 'ouwe rotten' in het vak.
Hij maakt deze rondreis dus duidelijk uit liefde. Een goed startpunt op een continent waar het leitmotiv zo vaak hebzucht is. Maar waar ze voor warme gevoelens alleen ook niet zo veel kopen.