De oneindige vleesvelden van Amerika

09-04-2024

De beelden van de Texaanse eendagskalfjes sneden door de ziel. Net ter wereld gekomen op een immense dorre vlakte, worden ze meteen bij hun moeders weggehaald. De beschermende lijven ingeruild voor ruige houten kisten. Ruwe mannen sluiten de jonkies hierin op, zodat de beesten in een paar maanden tijd transformeren richting een mals stukkie vlees.

Maandag was bij de Vpro de eerste aflevering te zien van Food for thought. een wereldreis langs landen die ons voedsel produceren. Een project van fotograaf Kadir van Lohuizen en regisseur Doke Romeijn met verbijsterende details: de makers stellen dat het eten uit Nederlandse winkels gemiddeld zo'n 30.000 kilometer heeft afgelegd voordat het ons bord bereikt. Ik neig meteen die uitspraak te betwijfelen. Of is dat onnozel? Dat ik nou zelf een winkel om de hoek heb met volop lokaal geproduceerd eten, het is vast een uitzondering. Overpeins ik, nippend van een espressootje - Guatemala? - met een stukje chocola - Indonesië? - erbij.

Op Trouw.nl had ik al eerder verstild gekeken naar een foto's uit dit project van Van Lohuizen. Maar gecombineerd met de bewegende beelden uit de vierdelige documentaireserie krijg ik de plaatjes helemaal niet meer uit mijn hoofd.

Maar, het is bepaald niet alleen maar afschuw die mij vervult.

Ja, vreselijk dat de Amerikanen per persoon gemiddeld 120 kilo vlees per jaar nodig denken te hebben, dik drie keer zoveel als wij hier in Nederland. En wat een onnatuurlijke omstandigheden waarin al die koeien en varkens en kippen hun leven als groeistuip moeten leiden. Maar ik voel ook geruststelling dat mensen in staat zijn om zo veel voedsel te produceren.

De wereldbevolking groeit immers maar door, en weinigen die dát proces een halt willen toeroepen. We hebben allang besloten dat het ethisch is om alle leden van onze eigen soort een goed en gelukkig en lang leven te gunnen. En nageslacht. Dat alle andere soorten daarvoor offers moeten brengen, dat moet je dan op de koop toenemen.

Dus misschien juist goed, dat die enorme veeranches in Texas en omstreken zo efficiënt zijn. En fascinerend om beelden te zien van de experimenten met verticale groenteteelt, die veel minder grondoppervlak vragen dan het klassieke agrarische bedrijf.

Aan menige achternaam te zien zit er nogal wat Nederlands DNA in de Amerikaanse voedingssector. Ook Ruud Zanders kwam in beeld, met zijn eerste overzeese vestiging van Kipster. Zanders is een goede bekende van Trouws Duurzame 100 met zijn concept van ruime kippenstallen waarin de vogels worden gevoed met resten uit de voedingsindustrie. Want waarom zou je kippen perfect eetbaar graan en mais geven, terwijl een miljard mensen op de wereld honger heeft?

Van Zanders mag het fenomeen productiedier zelfs helemaal verdwijnen. Maar vooralsnog lijkt het hem nuttiger binnen de industrie te strijden voor de acceptatie dat dierenwelzijn en goede productie samen kunnen gaan, aldus de succesvolle ondernemer.

Allemaal veganist, dat worden we nooit. En hoe werkt het eigenlijk: als je je ogen moet afwenden bij loodsen bomvol varkens en kippen, hoe kijk je dan naar de overbevolkte Braziliaanse favela's, Zuid-Afrikaanse townships of al die flats in de Chinese miljoenensteden?

Het is geen eenvoudige wereld voor gevoelige hartjes.

<<<onze Archie                                                                                                           Spionnen>>>