De krasse knarren blijven scoren
Het lukte opnieuw: maandag had 'We zijn er bijna' hogere kijkcijfers dan het achtuurjournaal. Daarvoor moet je van goeden huize komen, al is momenteel ook de 'Slimste Mens' een grote zomerhit.
'Jinek' vroeg cabaretier Martijn Koning te ontrafelen waarom het programma over de keutelende krasse camperknarren zo populair is. Meestal vlijmscherp kwam Koning nu niet veel verder dan wat liefdevol gegrinnik. 'We zijn er bijna' is gewoon te ongekunsteld om er kritiek op te hebben. "Het is oprecht en lief en leuk", zo zuchtte Koning, als een hongerige jager die het schattige hertje in zijn vizier, met dat natte bruine neusje, gewoon niet kán neerknallen.
Iedereen herkent wel een broer, zus, oom of tante tussen de senioren die met hun caravan of camper samen reizen over de Balkan. Ze vieren hun pensioen, zoals ik vroeger leerde dat het zou gaan: na je werkzame leven en het uitzwaaien van het kroost komt een tijd waarin je nog fit bent, je kan doen wat je wilt en geld geen probleem is. Waarin niemand kritiek heeft als je overdag een sudokuutje maakt. Het is volbracht.
Daarom is 'We zijn er bijna' een droomprogramma, en een meditatief moment. Een uurtje waarin je alleen maar glimlacht. Waarin alles goed gaat. Nou ja, op de blaasproblemen van Kees na. Jammer dat die lieve man voortijdig naar huis moet vanwege z'n katheter. Maar om een vaste WZEB-uitdrukking te gebruiken: gezondheid gaat voor alles.
Het is allemaal subtiel. Neem het grote avontuur van Anton. Hij was naar de verkeerde camping gereden, de coördinaten volgend van een plek die pas twee dagen later aan de beurt was. Ter plekke had hij gevraagd wanneer de rest zou komen en had de beheerder gezegd: "Overmorgen"! Het verhaal kwam vijf keer voorbij, het was het gesprek van de dag. "Wat een mop hè", grinnikte Anton, opgelucht dat hij weer terug was bij de kudde.
O het dagelijkse gekeutel. Het poetsen der campers. Het doen van het wasje. Lex die ontroerd de geur van een bloemenwei inademt. "Dat heb je toch nergens meer." Boeketjes plukken. Op een bankje filosoferen over leven en dood. "Zo zit het bestaan in elkaar: het eindigt." Of wat Lex' vader altijd zei: "Dood wakker worden, dat is mooi." Het hele bankje zou ervoor tekenen. Maar eerst nog even genieten van het landschap. Leve de drone, Montenegro is een plaatje.
Hulde ook aan de redacteur die de muziek uitkiest. Ofwel er klinkt iets klassiekigs en romantisch, met een Slavisch nootje, of iets prikkelends en licht ironisch: het is altijd rustig en altijd raak.
Omroep MAX begint te grossieren in dit goeiige genre. Maandag zette de seniorenomroep André van Duin en Janny van der Heijden in een bootje, om door Giethoorn te peddelen en door de Weerribben-Wieden te varen. André grappend, Janny giechelend. Beetje zwaaien naar de Japanse toeristen, dat werk. 'Denkend aan Holland' heet het.
Opnieuw zijn de landschapsbeelden schitterend, maar het programma is wel wat gekunstelder. Met van die gespeelde verbazing als 'o, was Blokzijl toen in Spaanse handen?' wanneer iets historisch wordt verteld. En dit deel van Nederland omschrijven als 'Holland' is ook best vreemd. Maar ja, André van Duin hè. Die komt met bijna alles weg.