Daar niets te vinden, hier niets te zoeken
Het jaar is nog geen tien dagen oud, maar ik kom nu al tijd tekort. Er wordt veel mooie televisie gemaakt! Neem de documentaire over de terugkeer van de otter, afgelopen zaterdag bij de EO. Gelukkig schreef Koos Dijksterhuis in zijn Natuurdagboek al over de fraaie film die een paar jaar geleden nog onmogelijk was geweest: nadat we rond 1990 alle Nederlandse otters hadden weten dood te rijden en weg te pesten, is gewerkt aan betere leefomstandigheden om het dier - en onszelf - een tweede kans te geven. En kijk: er scharrelen nu weer zo'n 450 volwassen otters rond in ons land, wat een 'levensvatbare populatie' heet.
Betere levensomstandigheden, dat is ook waar Verloren Jongens en De Wasstraat over gaan. Twee programma's met de kracht een knop in je hoofd om te draaien. Zo geeft Verloren Jongens (donderdag bij KRO-NCRV) gezicht aan een van de duizenden zoekgeraakte minderjarige asielzoekers. Liyed, een knul die je gemakkelijk als gelukszoeker kunt wegzetten: hij afficheerde zich als Syrische vluchteling, maar TV-journalist Tom Kleijn ontdekte dat Liyed uit het straatarme doch veilige Tunesië komt.
Daar niets te te vinden, hier niets te zoeken. Liyed zwerft al jaren door Europa, overlevend dankzij lotgenoten, hulpverleners en criminaliteit.
Maar zijn tandeloze, door vrolijke foto's misleide vader thuis in Tunesië denkt dat Liyed het wél veel beter heeft in Europa en adviseert een jonger broertje de oversteek ook te maken. Dat slim ogende ventje staat te trappelen: "Hier krijg ik les van een bejaarde leraar die ons in elkaar ramt met een stok. In Italië kan ik tenminste echt studeren en een baan krijgen." Geef zo'n jong maar eens ongelijk.
Je gunt hem het geluk uiteindelijk terecht te komen bij het Deventer bedrijf Matz, deze week centraal in de vijfdelige serie De Wasstraat (HUMAN). Veel van de zestig medewerkers hebben wat zo mooi heet 'een afstand tot de arbeidsmarkt'. Want iets minder begaafd, getraumatiseerd, niet echt ingeburgerd of met een beperking. Voor zover dat laatste iets bijzonder is trouwens. Maurice, een jongen met leerachterstand: "Als je zegt dat je een beperking hebt, gaan mensen anders naar je kijken. Terwijl iedereen wel een beperking heeft." Spijker op zijn kop, Maurice.
Eigenaar van de wasstraat is Martin (47), die zelf weet hoe makkelijk je in de problemen raakt, maar hoe moeilijk je er weer uitkomt. Ondanks alle hulpverleners in ons land. Of moet je zeggen, juist dóór al die hulpverleners? Neem Denay (20) uit Eritrea. Rond deze kleine dienstweigeraar cirkelen wel zes soorten begeleiders en consulenten. Zonder onderling contact te hebben. Denay wordt gek van het gepraat en blijft vaak in z'n bed liggen. Waarop Martin alle hulpverleners maar eens samenbrengt. "Stuitend dat wij als werkgever de regie moeten hebben."
Onvergetelijk is de Syrische Abdul, als twaalfjarige alleen op de vlucht gestuurd. Zijn vader zei: "Als een van ons ontsnapt, gaan we tenminste niet allemaal dood." Het kostte de jonge jongen twee jaar om Nederland te bereiken. Wat moet hij hebben meegemaakt.
Maar nu is zijn hele familie hier, en Abdul assistent-manager in de wasstraat. Hij is pas twintig, maar: "Mijn gedachten zijn groter dan mijn leeftijd." Mooie jongen, mooie serie.