Behoefte aan menselijk contact? De oplichters staan voor je klaar
De meeste mensen deugen. Graag willen we dit geleuven, zo blijkt uit de blinkende verkoopcijfers van Rutger Bregmans boek. Blijf toch maar wantrouwend, zo leert de serie Bait (Powned). Overal op de wereld is internetfraudeur een regulier beroep aan het worden. Tijdens het bekijken van de eerste afleveringen trok ik dan ook de parallel met wat een huisarts vertelde over corona: "Je hebt pech als je er tegen aanloopt, je hebt geluk als het je niet overkomt."
Ik vind mezelf best een slimpie en ruim geïnformeerd, maar Bait brengt me veel nieuws. Niet dat dit reden is me een oude taart te voelen: de meeste slachtoffers van online fraude zijn millennials, dus twintigers en dertigers. "Of nog jonger", vertelt onderzoeksjournalist Anthony van der Meer. Allemaal mensen die zich geen wereld zonder internet kunnen herinneren.
Maar neem hoe geraffineerd helpdeskfraude werkt. Stel je printer vertoont kuren, je wilt het bespreken met een echt mens en je zoekt via google de contactgegevens van de serviceafdeling op. Als je pech hebt stuit je niet op de officiële site, maar op de pagina van een nepper. Bel je diens nummer, dan neemt de vriendelijke oplichter alle tijd om een oplossing te vinden. Om je uiteindelijk voor te stellen op afstand een kijkje in je computer te nemen. Zodra je de daarvoor benodigde software hebt geïnstalleerd ben je aan de leeuwen overgeleverd, kan de oplichter je betalingen manipuleren.
Een ander fenomeen is spoofing. Ieder mens blijkt heel eenvoudig een virtueel telefoonnummer te kunnen regelen, dat op het schermpje verschijnt van degene naar wie je belt. Handig als je je ex wilt stalken, maar je kan je zo ook als de belastingdienst voordoen, of als de bank. En dan gaan hengelen.
Verbijsterend is dat er allerlei openbare Facebookgroepen bestaan waarin de professionele oplichters contact met elkaar leggen. En tips uitwisselen, waar te zijn, met welke aanpak. Op Youtube kan je tutorials vinden. In Nigeria genieten Yahoo Boys zelfs een cultstatus, is er een popcultuur om ze heen bedacht.
De bedrieger bedrogen: in Bait probeert Anthony van der Meer een paar oplichters een koekje van eigen deeg te geven. Het lukt hem in een paar gevallen om zelf spyware te plaatsen bij de boeven, en hun identiteit te onthullen. Een man in Afrika, iemand in New Dehli.
Het zijn maar kleine, uitvoerende radertjes, niet de grote bazen achter de schermen. Maar als Van der Meer en zijn vrienden deze 'werknemers' confronteren met wat ze allemaal weten - hun naam, adres, Facebookpagina - schrikken ze zich uiteraard lam. De man in India jammert dat hij alleen maar receptionist is bij het oplichtersbedrijf, dat God anders boos op hem zou zijn. Dat hij de enige in zijn familie is met werk. De Afrikaan reageert weer anders: snikkend betoont hij zich blij met zijn ontmaskering, hij twijfelde al over dit slechte werk, hij is bang, belooft dat het de laatste keer is geweest.
'Holy shit', roepen na Van der Meer en zijn vriendin na afloop van dit gesprek, duidelijk onder de indruk van het relaas van de wenende oplichter. Lief dat ze blijven geloven in het zelfcorrigerend vermogen van hun medemens. Ik was nog niet geheel overtuigd.