Op de spoed: als Ivo Niehe in een bubbelbad met Joan Collins
Tussen 7 en 8 uur 's avonds op NPO1, wanneer het daar meestal gonst van de actualiteit en de cultuur, zit deze week Op de spoed (EO). Het toont de medemens wiens dagelijkse dynamiek een abrupte stop heeft gemaakt, wiens lichaam opeens niet meer verder wil of kan. Een mooie serie, maar ook bevreemdend. Of ben ik inmiddels verpest door de media?
De vijf afleveringen zijn gemaakt op de afdeling spoedeisende hulp (SEH) van het Arnhemse Rijnstateziekenhuis. Met als gastster Gor Khatchikyan, de SEH-arts die tijdens de corona-epidemie bekend werd door zijn optreden in Frontberichten en in menige talkshow. Hij is een goede presentator en lijkt in Op de spoed te zijn ingevlogen als een celebrity die voor betere kijkcijfers moet zorgen: Khatchikyan is niet in dienst daar in Arnhem.
Per saldo spat het vaste team van het Rijnstate sowieso al van het scherm: we zien louter goed ogende, goed formulerende, stralende medewerkers die vastberaden iedere pechvogel en iedere brokkenpiloot de beste zorg van de wereld geven.
Neem SEH-arts in opleiding Simone Heijink: een engel, die dankbaar is dat ze iets kan betekenen voor mensen op misschien wel de moeilijkste dag van hun leven. De dag waarop ze van hun paard of van een hoge trap vallen, een auto-ongeluk meemaken, opeens zware rugpijn krijgen, door hun hond onderuit worden getrokken en ga zo maar door. Het indrukwekkendste geval tijdens de eerste drie afleveringen was een naar zuurstof snakkende meneer met een klaplong. Ik keek met ingehouden adem hoe arts Maik Berendsen en zijn team volledig gefocust in actie kwamen. En het leven redden van de totaal hulpeloze man.
Prachtig. En ik dacht aan wat er door deze patiënt zelf heen zal gaan, bij het zien van deze beelden. Ik vermoed vloedgolven van dankbaarheid en verwondering.
Waarom de serie me ook bevreemdt? Het gaat de hele tijd zo van een leien dakje. Het invullen van het dienstrooster lijkt geen probleem. Afgezien van een vermoeid kijkende verpleegkundige, oogt iedereen zo fit als een hoentje. Er is geen gedoe met personeelstekorten of roosters. Noch met opstandige patiënten of agressiviteit. Er zijn geen communicatieproblemen. Alle patiënten zijn ouderwetse autochtonen en spreken perfect Nederlands.
Het is als Ivo Niehe in een bubbelbad met Joan Collins: alles gladjes, everybody happy.
Ongetwijfeld wilde niet iedere patiënt de camera erbij. Of is bij mij de Pavlov-reactie 'zorg betekent zorgelijk' te ver doorgeschoten? Trekken alle negatieve verhalen in de media, over het zorginfarct en de soms onbeschofte bejegening van hulpverleners, de realiteit uit balans? Ik geef me moeilijk over aan onbezorgd genieten van deze serie.
Maar ik heb er wel weer van geleerd. Net zoals ik altijd doe van American Funniest Homevideos, dat je traint om potentieel gevaarlijke situaties aan te voelen. Zoals: niet overmoedig op een hoge ladder gaan staan als dat niet je vak is. Oppassen met honden aan de lijn. Gewoon niet op een groot paard gaan zitten. En niet te lang doorsukkelen wanneer je je echt slecht voelt. Op de SEH vinden ze het heel verstandig als je luistert naar je lichaam, en desnoods 'voor niets' komt. Ze zijn er dol op lijstjes afvinken en zeker weten dat je weer gewoon naar huis kunt.